Louis Bolk
Louis Bolk, kijken en zien.
Je kunt je afvragen welke dieren het beste aangepast zijn aan
het leven op aarde. Ik zelf twijfel nog tussen de katten en de
kakkerlakken. Die hebben allebei een aan het ongelofelijke
grenzend vermogen tot overleven. De katten met hun
spreekwoordelijke zeven levens en de kakkerlakken die, zo
onuitroeibaar als ze zijn, lijken te kunnen leven van de lucht
alleen. Aanpassing is een sleutelwoord als je naar het
dierenrijk kijkt. Het heeft iets fascinerends en
tegelijkertijd vreugdevols om de tot het uiterste gespecialiseerde diervormen
te bekijken. De snavel van de lepelaar, de voet -of beter
gezegd middelvinger- van het paard, de klauwen van een
luiaard, ideaal om aan te hangen, en al die andere benige,
stekelige, of juist soepele lichaamsdelen.
Dieren zijn vaak op
een extreme manier aangepast aan de omstandigheden die ze in
hun omgeving aantreffen. Die aanpassing lijkt gemakkelijk te
verklaren. Het paard met de langste benen zal het snelste voor
zijn belagers weg kunnen vluchten en heeft de beste
overlevingskansen. Het is dus logisch dat in de loop van de
geschiedenis de benen van de paarden steeds langgerekter zijn
geworden.
Sinds Darwin de aanzet tot de moderne
evolutiegedachte gaf is er in de opvattingen wat de grote lijn
betreft weinig veranderd. Door toevallige veranderingen in de
organismen en selectie door de strijd om het bestaan
evolueerden de dieren tot steeds complexere wezens met als
apotheose de moderne mens, de homo sapiens. Het zoeken
naar de ontbrekende schakel, de gemeenschappelijke voorouder
van de mens en de mensapen, brengt van tijd tot tijd de pers
in beroering. 'Is het nu wel, of is het nu niet en zo ja hoe
oud.'
De anthroposofische arts L.F.C. Mees placht tijdens zijn
voordrachten fijntjes op te merken dat de darwinistische
theorieën wel verklaarden hoe een paard in de loop van de
evolutie veranderde, maar dat het daarbij alleen maar een
steeds beter paard werd. Voor het ontstaan van andere, nieuwe
soorten schoot de theorie te kort. Hij was een leerling van
Louis Bolk, de anatoom die bij alle specialistische
onderzoekingen verzuchtte: 'We zijn gewoon de wereld na te
sporen door vergrootglazen ... hoe geheel anders, hoe ruimer
zeker zou onze opvatting van het leven zijn, indien het ons
gegeven ware, dit eens te bestudeeren met verkleinglazen,
waardoor wij het voor het ongewapende oog onoverzichtbare
binnen onzen gezichtskring konden brengen, om dan in plaats
van zooals thans de stoffelijke verbindingen, den samenhang
der verschijnselen meer tot studiedoel te nemen.'
>
|