Louis Bolk
Van notariskantoor naar de geneeskunde
Lodewijk Bolk werd op 10 december 1866 in Overschie geboren
als tweede zoon van de gemeentesecretaris Alexander Bolk en
zijn vrouw Cornelia. Het 'woelige knaapje' had het op school
niet gemakkelijk met de wens van zijn vader die hem theologie
wilde laten studeren. Het gymnasium in Schiedam verruilde hij
in 1885 voor het kantoor van notaris Rant in Waalwijk. Daar
kwam hij tot de conclusie: 'Notaris zijn - best. Buitengewoon
mooi zelfs. Notaris worden - buitengewoon vervelend'. Zijn
volgende ommezwaai bracht hem op de plaats waar hij zijn
verdere leven zou werken en studeren.
In 1888 liet hij zich
inschrijven als student geneeskunde aan de Universiteit van
Amsterdam. Aan zijn studie besteedde hij nauwgezette aandacht.
Na zijn kandidaatsexamen schreef hij een uitgebreide
anatomische verhandeling over het verloop van de zenuwen in de
benen, Daarmee was hij de enige inzender voor een prijsvraag
van de Faculteit der Geneeskunde. Het juryrapport was vol lof:
'de verhandeling geeft blijk van bijzonder veel vlijt en
nauwgezette studie ... Soms zijn de feiten van een geheel
nieuwe zijde beschouwd, wat de waarde van het werk zeer
verhoogd.' De hoogleraar in de anatomie G. Ruge zag wel wat in
deze ijverige student en liet hem in 1897 aanstellen als zijn
assistent.
Toen Ruge kort daarop naar de beter geoutilleerde
universiteit van Zürich vertrok profiteerde Bolk van de wrevel
die was ontstaan over het zoveelste vertrek van een Duitse
hoogleraar. Men wilde een Nederlander benoemen en Louis Bolk
bleek, hoewel hij niet gepromoveerd was, de aangewezen
persoon. Hij had al eerder colleges anatomie waargenomen en
voor Ruge onderzoek verricht naar het verloop van de zenuwen
in het menselijk lichaam. Op 12 mei 1898, anderhalf jaar na
zijn artsenexamen, aanvaarde hij zijn ambt.
Louis Bolk verkreeg tijdens zijn leven verschillende wetenschappelijke
onderscheidingen. Hij had veel navolgers. Alle leerstoelen in
de anatomie werden ooit door zijn leerlingen bezet.
>
|