Louis Bolk
Foetalisatie theorie niet algemeen aanvaard
Als leraar was Bolk streng en veeleisend. Zijn uiteenzettingen
hield hij met zachte stem, eenvoudig en helder en wars van
vals effect. In de artsenopleiding in het begin van deze eeuw
werd veel aandacht aan anatomie besteed. Bolk legde nadruk op
exacte beeldrijke kennis. Het verhaal dat hij op een examen
een handwortelbeentje opgooide, weer opving en aan de student
vroeg of het van een linker- of een rechterhand afkomstig was
is misschien niet authentiek, maar wel typerend.
Simon Vestdijk voerde hem in een van zijn romans ten tonele als
Bolkesteyn. 'Hij is een vuurvreter, meneer. Maar met mij
maakte hij altijd grapjes.' Louis Bolk leidde een
teruggetrokken leven. Hij was niet getrouwd en ging buiten
zijn werk weinig maatschappelijke betrekkingen aan.
Ook op zondag ging hij wel, na een zesdaagse werkweek, naar zijn
laboratorium om daar 'een waspreparaat te kneden of een skelet
op te zetten'. Tekeningen en beschrijvingen van Bolk zijn lang
in de anatomische leerboeken opgenomen geweest. De uitwerking
van de foetalisatie theorie werd op den duur niet algemeen
aanvaard: te speculatief, en in details niet juist. Mensen die
net als Bolk oog hadden voor grote lijnen konden de eraan ten
grondslag liggende gedachte in zijn grootsheid waarderen. 'Er
is geen twijfel aan dat de foetalisatie theorie een poging is
vol verbeeldingskracht tot een samenvattende visie', sprak
professor Dullemeyer op de honderdste anatomendag die in 1974
geheel aan het werk van Bolk gewijd was.
>
|