Willem Pijper
Jeugd
Willem Frederik Johannes Pijper werd op 8 september 1894 in
Zeist geboren als enig kind van de behanger Johannes Willem
Pijper en Willemina Beeftink. In het strenge calvinistische
milieu leidde Willem een eenzaam bestaan.
Hij had een zwakke gezondheid en ging daardoor niet naar de lagere school, maar
kreeg huisonderwijs.
Waarschijnlijk kwam hij pas in 1908 toen
hij naar het gymnasium in Utrecht ging in geregeld contact met
leeftijdsgenoten. Hij las graag en veel en had een grote
algemene ontwikkeling. Wat dat betreft was hij zijn
medeleerlingen voor. Zijn scherpe verstand en vindingrijkheid
maakte hem tot een verdienstelijke maar ook eigenwijze
leerling. Zijn eerste interesse gold de plantkunde. Hij legde
een verzameling van allerlei zaden en pitten aan die hij lange
tijd bewaarde. Ook verdiepte hij zich al vroeg in de filosofie
en psychologie.
Op zeventienjarige leeftijd ging hij naar de
toonkunst muziekschool in Utrecht. Thuis had hij al op het
harmonium -een instrument dat hij graag voor de piano
verruilde- zijn eerste muzikale ontdekkingen gedaan:
experimenten met toonstelsels. Zij leraar -Johan Wagenaar- zag
in hem eerder een theoreticus dan een uitvoerend musicus en
nam hem op in de compositieklas. Bij het jubileum van de
school in 1915 werd het door hem geschreven 'orkeststuk met
piano' uitgevoerd. Het was een concert met haast Mahleriaanse
bezetting. De jonge componist liet horen hoe hij korte
motieven tot een brede ontwikkeling kon brengen. In 1918
verwierf hij een baan als leraar harmonieleer aan de
Amsterdamse muziekschool.
Vanaf 1925 werkte hij als
hoofdleraar compositie aan het Amsterdams conservatorium. En
in 1930 werd hij benoemd tot directeur van het Rotterdams
conservatorium. Een post die hij de rest van zijn leven zou
bekleden.
>
|